eindelijk op weg


frëre roger

26-01-2015 21:24

Roger Louis Schutz-Marsauche, beter bekend als frère Roger, was theoloog, verzetsheld en de oprichter en de eerste overste van de Taizégemeenschap, een oecumenische kloostergemeenschap die anno 2005 ... Wikipedia

Hij zette zich zijn hele leven in voor de verzoening tussen de gescheiden kerken, waarbij hij zich vooral richtte op de christelijke jongeren. Met zijn charismatische verschijning maakte hij op velen indruk.

In 1940 reed hij op de fiets van Genève naar het Bourgondische plaatsje Taizé, in het door de Duitsers bezette deel van Frankrijk. In de eerste jaren daar huisvestte hij samen met zijn zus Geneviève vluchtelingen, vooral Joden. Na in 1942 naar Zwitserland te zijn teruggekeerd kwam hij in 1944 opnieuw naar Taizé waarbij hij zich ditmaal toelegde op de verzorging van Duitse krijgsgevangenen en de opvang van oorlogsweeskinderen. Steeds meer vrienden en gelijkgestemden sloten zich bij hem aan, en in 1949 legden de eerste zeven broeders de kloostergeloften af.

 

In 1974 organiseerde de gemeenschap een "jongerenconcilie", dat overging in een "Pelgrimage van vertrouwen op aarde".Men wordt aangemoedigd om stichter van vrede en drager van vertrouwen te worden in zijn eigen stad, dorp en plaatselijke kerk. thema's van de gemeenschap beziggehouden: naastenliefde, vrede en verzoening. Op aanmoediging van frère Roger leven sinds 1951 broeders samen met bezitslozen in gemeenschappen in Azië, Afrika en Latijns-Amerika.

 

“Mijn grootmoeder van moederskant ontdekte intuïtief een soort sleutel voor de roeping tot oecumene. Zij heeft voor mij de weg ontsloten om die roeping in praktijk te brengen. Geraakt door het getuigenis van haar leven, heb ik, in haar voetspoor, al op jonge leeftijd mijn eigen christelijke identiteit gevonden: ik bracht in mijzelf een verzoening tot stand tussen het geloof van mijn oorsprong en het mysterie van het katholieke geloof, zonder de verbondenheid met wie dan ook te verbreken.”Op 16 augustus 2005 werd frère Roger kort na 20.30 uur, tijdens het avondgebed waarbij ongeveer 2500 jongeren aanwezig waren, aangevallen door Luminiţa Solcan, een 35-jarige verwarde Roemeense vrouw die hem met een mes stak, met dodelijk gevolg. Hij werd begraven op 23 augustus 2005 op het plaatselijke kerkhof rond de romaanse kerk waar de gemeenschap van Taizé zijn eerste kerkdiensten hield.

 

Roger Schütz, popularly known as Brother Roger (French: Frère Roger; Provence, Switzerland, May 12, 1915 – Taizé, August 16, 2005), was a Swiss Christian leader and monastic. In 1940 Schütz founded the Taizé Community, an ecumenical monastic community in Burgundy, France. He served as the community's first prior until his murder in 2005. Towards the end of his life the Taizé Community was attracting international attention, welcoming thousands of young pilgrims every week, which it has continued to do after his death.

 

I have found my own identity as a Christian by reconciling within myself the faith of my origins with the mystery of the Catholic faith, without breaking fellowship with anyone.[3]

 

During a Taizé gathering in Paris in 1995, he spoke to more than 100,000 young people who were sitting on the floor of an exhibition hall. We have come here to search, he said, or to go on searching through silence and prayer, to get in touch with our inner life. Christ always said, Do not worry, give yourself. [2]

 

 

“Ik denk dat ik al sinds mijn jeugd intuïtief aanvoelde dat gemeenschapsleven een teken kan zijn dat God liefde is, enkel liefde. Langzamerhand ontstond in mij de overtuiging dat het belangrijk was een gemeenschap te stichten met mensen die heel hun leven willen geven, die elkaar proberen te begrijpen en zich steeds weer met elkaar verzoenen; een gemeenschap waarin eenvoud en goedheid van hart voor alles centraal staan.”

Frère Roger, Dieu ne peut qu’aimer, pag. 40

JPEG - 18.9 kB
Het heengaan van frère Roger laat een grote leegte achter. Zijn tragische dood was een schokkende gebeurtenis voor ons. Maar wij broeders, wij hebben ook de periode na zijn dood beleefd in grote dankbaarheid voor wat hij ons heeft nagelaten. Deze regels willen daarvan getuigen. Dit gevoel van dankbaarheid werd met ons gedeeld door een ontelbaar aantal mensen over heel de wereld. Dat was ons tot grote steun. Wij werden als het ware gedragen door God. En in deze beproeving beleefde onze kleine gemeenschap die ervaring van eenheid zoals bij de eerste christenen: één zijn van hart en ziel.

Het streven naar verzoening onder christenen was voor frère Roger geen onderwerp waarover hij lang moest nadenken; het was iets vanzelfsprekends. Wat voor hem in de eerste plaats telde, was het evangelie concreet gestalte geven in het leven van alledag en het naar anderen uitdragen. En het evangelie kan alleen maar samen beleefd worden. Als dit los van elkaar gebeurt, heeft het geen enkele zin.

Al op zeer jonge leeftijd voelde hij intuïtief aan dat een gemeenschapsleven een teken van verzoening kon zijn, een leven dat zelf teken, signaal wordt. Daarom dacht hij mensen bijeen te brengen die in de eerste plaats streven naar verzoening: dat is de eerste roeping van Taizé, of, zoals hij het noemde, een ‘gelijkenis van gemeenschap’ zijn, een klein zichtbaar teken van verzoening. Het monastieke leven was echter verdwenen uit de kerken van de reformatie. Zelf was hij afkomstig uit een protestants gezin. Toen heeft hij, zonder zijn afkomst te verloochenen, een gemeenschap gesticht die wortelde in de onverdeelde Kerk, van vóór het protestantisme, en die zich door haar bestaan onlosmakelijk verbond met de katholieke en orthodoxe traditie.

Nadat eenmaal de fundamenten waren gelegd aan het begin van de jaren zeventig, en toen er ook katholieke broeders intraden, bleef hij onze gemeenschap verder uitbouwen, en dat tot zijn laatste ademtocht. Wat betreft zijn persoonlijke levensweg, zei hij: “Geraakt door het getuigenis dat mijn grootmoeder met haar leven gaf, vond ik, in navolging van haar, al op jonge leeftijd mijn eigen christelijke identiteit: ik bracht in mijzelf een verzoening tot stand tussen het geloof van mijn wortels en het mysterie van het katholieke geloof, zonder de verbondenheid met wie dan ook te verbreken.”

De erfenis is enorm. En vooral: de erfenis is springlevend. Frère Roger heeft ons geschriften nagelaten, maar in zijn ogen dienden zijn geschriften voortdurend aangepast te worden aan een nieuwe situatie. Zelfs de Regel van Taizé, die de basistekst van ons gemeenschappelijk leven vormt, is door hem diverse keren bewerkt. Alsof hij voor ons wilde benadrukken dat we ons niet aan de letter of aan structuren moeten hechten, maar ons altijd moeten overgeven aan de ademtocht van de heilige Geest.

Door zijn Geest is God in elk mens aanwezig. Frère Roger sloot alle mensen in zijn hart, van alle landen, in het bijzonder jongeren en kinderen. Het begrip verbondenheid stond in zijn hart gegrift. Vaak herhaalde hij deze woorden: “Christus is niet op aarde gekomen om een nieuwe religie te stichten, maar om aan elk mens verbondenheid in God te schenken.” De Kerk, deze unieke uitdrukking van verbondenheid, is er voor allen zonder uitzondering.

Deze verbondenheid toegankelijk maken voor jongeren en belemmeringen op hun levensweg wegnemen, dat hield hem vooral bezig. Eén van de grootste belemmeringen was voor hem het beeld van een God als strenge rechter die angst inboezemt. De volgende intuïtie nam in hem steeds duidelijker vormen aan en hij deed alles om deze door zijn eigen leven over te dragen: God kan niet anders dan ons liefhebben. De orthodoxe theoloog Olivier Clément herinnerde er onlangs nog aan dat deze nadruk van frère Roger op de liefde van God het einde van een tijdperk aangaf waarin men in de verschillende christelijke kerken bang was voor een God die straft.

In zijn jeugdjaren had frère Roger christenen meegemaakt die dachten dat het evangelie met strengheid gelovigen lasten oplegde. Om die reden maakte hij een periode door waarin het geloof moeilijk werd en twijfel opdoemde. Zijn leven lang was het vertrouwen in God een echte strijd. Deze strijd is een van de redenen waarom hij openstond voor jonge generaties en waarom hij graag naar hen luisterde. Zelf zei hij dat hij wilde “proberen om alles van de ander te begrijpen”.

Veel jongeren hadden van hem het beeld van een man die altijd bereid was om naar hen te luisteren, elke avond na de gebedsviering, urenlang als het moest. En wanneer de vermoeidheid te groot werd om naar iedereen te kunnen luisteren, bleef hij ’s avonds toch in de kerk en gaf hij aan ieder die naar hem toekwam een eenvoudige zegen door de hand op het voorhoofd te leggen.

Tot het einde toe is hij ons met een buitengewone bezieling en grote moed voorgegaan op de weg van openheid voor de ander. Geen enkel ongemak, lichamelijk of moreel, schrikte hem zó af, dat hij het de rug toekeerde. Hij ging erop af! Meer dan eens werd hij zodanig in beslag genomen door een concrete situatie van lijden dat hij andere even belangrijke situaties leek te vergeten. In hem weerspiegelde zich dan iets van de herder uit de parabel van Jezus die 99 schapen vergeet om zich te bekommeren om één enkel schaap dat verloren dreigt te gaan.

Wanneer men met Geneviève sprak, zijn zuster, die twee jaar na hem overleden is, dan ontdekte men een treffende gelijkenis met haar broer: beiden vermeden elke harde uitspraak en elk definitief oordeel. Dat ging ver terug in hun familie; dat kwam door een buitengewone moeder. Natuurlijk had deze karaktertrek ook haar nadelen. Maar wat telt, is wat frère Roger met deze gave wist te doen! En wij broeders, wij hebben gezien dat dit hem soms bracht tot het uiterste van wat een mens kan dragen.

Men heeft van hem gezegd dat hij een universeel hart had. Met een goedheid die verbazingwekkend blijft. De goedheid van hart is geen leeg woord, maar een kracht die in staat is de wereld te veranderen omdat, middels die kracht, God aan het werk is. Ten opzichte van het kwaad is de goedheid van hart een kwetsbare realiteit, maar het leven dat frère Roger ons voorleefde, is een waarborg dat de vrede van God het laatste woord heeft voor elke mens op onze aarde.

Hij probeerde voortdurend zijn hart te volgen en zijn medeleven vooral met arme mensen concrete vorm en inhoud te geven. Hij haalde vaak Augustinus aan: “Heb lief en draag het uit in je leven.” Dat bracht hem ertoe om soms verrassende gebaren te maken. Men zag hem ooit terugkomen van een bezoek aan Calcutta met een baby in zijn armen, een meisje dat Moeder Teresa hem had toevertrouwd, in de hoop dat een vertrek naar Europa haar leven zou redden, wat inderdaad het geval was. Men heeft kunnen zien hoe hij in het dorp Taizé Vietnamese weduwen onderdak verleende met hun grote schare kinderen. Hij had hen ontmoet bij een bezoek aan een vluchtelingenkamp in Thailand.

Concreet zijn: dat uitte zich ook in zijn vermogen om woonplekken in te richten. Hij zette niet graag vaste gebouwen neer. Wanneer het onvermijdelijk was, dan moesten deze eenvoudig van opzet zijn, zeer laag en, indien mogelijk, gemaakt van hergebruiksmaterialen. Maar hij veranderde graag woonplekken. Met zeer kleine ingrepen, wist hij iets moois te creëren. Het bouwen van een kerk in Taizé was op een gegeven moment onvermijdelijk. Hij verzette zich tegen de bouwplannen, en daarna was hij voortdurend bezig om verdere veranderingen aan te brengen. Ik heb dat zelfs gezien in de arme wijk Mathare Valley in Kenia, waar wij enkele weken doorbrachten voordat broeders er zich jarenlang zouden vestigen. In die arme barak te midden van grote ellende, slaagde hij erin om met bijna niets iets moois te realiseren. Zoals hij het uitdrukte, zouden wij alles in het werk willen stellen om het leven voor onze naasten mooi te maken.

Frère Roger verwees vaak naar de zaligsprekingen en zei soms van zichzelf: “Ik ben een arm iemand.” Hij riep ons, broeders, op om geen spirituele leermeesters te worden maar vooral een luisterend oor te hebben. Hij sprak over zijn functie als prior als die van “een arme dienaar die de gemeenschap samensmeedt”. Hij verborg zijn kwetsbaarheid niet.

Nu voelt onze kleine gemeenschap zich geïnspireerd om door te gaan op de weg die hij heeft gebaand. Dat is een weg van vertrouwen. Het woord ‘vertrouwen’ was voor hem geen gemakkelijke uitdrukking. Hij houdt een oproep in: in grote eenvoud de liefde van God voor ieder mens aannemen. Vanuit deze liefde leven en de risico’s nemen die er het gevolg van zijn.

Als men deze intuïtie kwijtraakt, dan leidt dit ertoe dat degenen die op zoek zijn naar levend water, onnodig belast worden. Het geloof in deze liefde is een heel eenvoudige realiteit, zo eenvoudig dat iedereen haar kan aannemen. Dit geloof verzet bergen. Dan kunnen we met een blik van hoop de wereld bekijken, zelfs al wordt de wereld vaak verscheurd door geweld en conflicten.

Frère Alois

De dood van frère Roger: waarom?

In veel van de brieven en reacties die wij in augustus 2005 ontvingen, werd de dood van frère Roger vergeleken met de dood van Martin Luther King, bisschop Romero of Gandhi. Toch valt het niet te ontkennen dat er ook een verschil is. De anderen zetten zich in voor een politieke of ideologische overtuiging. Zij werden vermoord door tegenstanders die hun mening en invloed niet konden verdragen.

Sommige mensen vinden het zinloos om te zoeken naar een verklaring voor de aanslag op frère Roger. Het kwaad onttrekt zich per definitie aan iedere verklaring. Een rechtvaardige zegt in het Oude Testament dat hij gehaat wordt ‘zonder reden’ en Johannes legt Jezus dezelfde uitspraak in de mond: “Ze hebben mij zonder reden gehaat.”

En toch… In het contact met frère Roger, trof mij één aspect van zijn persoonlijkheid altijd in het bijzonder: frère Roger was een onschuldige. Ik vraag me af of dat niet verklaart waarom hij het mikpunt werd. Niet dat hij geen fouten zou hebben. Maar een onschuldige is iemand voor wie dingen een vanzelfsprekendheid hebben die zij voor anderen niet hebben. Voor een onschuldige is de waarheid vanzelfsprekend. Zij is niet afhankelijk van bewijs. Hij ‘ziet’ haar als het ware vanzelf en kan maar moeilijk beseffen dat anderen daar meer moeite voor moeten doen. Wat hij zegt, is voor hemzelf helder en duidelijk en hij verbaast zich erover dat anderen dat niet ook zo aanvoelen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat hij zich vaak machteloos of kwetsbaar voelt. Toch is zijn onschuld in het algemeen niet naïef. De werkelijkheid heeft voor hem niet dezelfde ondoorzichtigheid als de anderen. Hij ziet er doorheen.

Als voorbeeld noem ik de eenheid van de christenen. Voor frère Roger was het duidelijk dat die onmiddellijk tot stand gebracht moest worden, omdat Christus deze eenheid wilde. De argumenten die men daar tegenin bracht, beschouwde hij slechts als menselijke theorieën. Voor hem was de eenheid van de christenen bovenal een kwestie van verzoening. En in de grond had hij gelijk. Want wij vragen ons veel te weinig af of wij wel bereid zijn om de prijs voor die eenheid te betalen. Als verzoening ons niet raakt tot in ons diepste wezen, mag het dan nog ‘verzoening’ heten?

Men zei wel eens over frère Roger dat hij niet op een theologische manier dacht. Maar had hij niet een veel helderder visie dan degenen die dat zeiden? Eeuwenlang hadden de christenen behoefte om hun verdeeldheid te rechtvaardigen. Ze hebben zo de onderlinge tegenstellingen kunstmatig vergroot en brachten, vaak bijna onbewust, een proces van rivaliteit op gang. De vanzelfsprekendheid van de eenheid ontging hen. Ze zagen er niet ‘doorheen’. Voor hen leek eenheid onmogelijk.

Frère Roger was een realistisch mens. Hij hield rekening met wat er niet te realiseren viel, vooral op institutioneel niveau. Maar daar kon hij het niet bij laten. Zijn onschuld gaf hem een heel bijzondere overtuigingskracht, die hij uitoefende met een zachtmoedigheid die zich nooit gewonnen gaf. Tot het einde toe zag hij de eenheid van de christenen als een kwestie van verzoening. En verzoening is een stap die iedere christen kan zetten. Als iedereen die stap inderdaad zou zetten, dan zou de eenheid heel dichtbij zijn.

Er was nog een ander gebied, dat frère Roger op deze bijzondere wijze benaderde. Hier wordt wellicht de radicaliteit die hij als persoon bezat, nog beter zichtbaar: alles wat de liefde van God in twijfel kon trekken, was onverdraaglijk voor hem. Dat raakt aan een heel direct begrip van wie God eigenlijk is. Het was niet zo dat hij weigerde om na te denken. Maar hij was er van binnenuit heel sterk van overtuigd dat een bepaalde ‘correcte’ manier van spreken – bijvoorbeeld over de liefde van God – in feite juist verwarring schept. Mensen die nog onervaren zijn in het geloof, krijgen dan geen helderheid over wat ze van Gods liefde mogen verwachten.

Frère Roger legde veel nadruk op de fundamentele goedheid van de mens. Dit moeten we in hetzelfde licht zien. Hij maakte zich geen illusies over het kwaad. Van nature was hij eerder kwetsbaar. Hij was er echter van overtuigd dat God een God van liefde en vergeving is, die weigert om terug te komen op het kwaad. Elke keer wanneer er daadwerkelijk vergeving plaatsvindt, wordt een mens in de kern van zijn hart aangeraakt. Die kern is geschapen voor de goedheid.

Paul Ricœur werd getroffen door deze nadruk op goedheid. Hij vertelde ons eens, toen hij in Taizé was, dat hij daarin de zin van religie zag: “De fundamentele goedheid van de mens bevrijden, haar weer aan het licht brengen op plekken waar ze zorgvuldig was verstopt.” In het verleden verkondigden bepaalde christelijke stromingen herhaaldelijk en met nadruk dat de mens van nature door en door slecht is. Dit gebeurde om te benadrukken dat vergeving geheel en al afhankelijk is van genade. Maar door deze manier van denken, zijn velen van het geloof verwijderd geraakt. Zelfs wanneer zij hoorden spreken over liefde, kregen zij de indruk dat er aan die liefde voorwaarden werden verbonden en dat de vergeving die werd beloofd, niet volledig was.

Daarin ligt misschien wel het kostbaarste van frère Rogers erfenis: dit gevoel voor liefde en vergeving; twee werkelijkheden die voor hem vanzelfsprekend waren. Hij begreep ze met een directheid die ons vaak ontsnapt. Op dit gebied was hij echt de onschuldige: altijd eenvoudig, zonder verweer, het hart van de ander lezend, in staat tot vergaand vertrouwen. Dit was te zien in zijn prachtige gezichtsuitdrukking. Frère Roger voelde zich bijzonder op z’n gemak met kinderen. Dat komt omdat zij dezelfde directheid bezitten. Zij kunnen zichzelf niet beschermen. Zij kunnen geen ingewikkelde dingen geloven. Zij laten zich recht in het hart raken.

Het was zeker niet zo dat frère Roger nooit twijfelde. Daarom hield hij ook van de woorden: “Laat de duisternis niet tot mij spreken!” Want die duisternis, dat zijn de influisteringen van de twijfel. Zijn twijfel tastte echter de vanzelfsprekendheid waarmee hij de liefde van God ervoer niet aan. Misschien was het juist wel die twijfel die een taal zonder dubbelzinnigheid vereiste. Die vanzelfsprekendheid speelde zich niet af op intellectueel niveau, maar veel dieper, op het niveau van het hart. En zoals alle dingen die niet kunnen worden ondersteund door sterke argumenten of stevige zekerheden, was die vanzelfsprekendheid noodzakelijkerwijze breekbaar en kwetsbaar.

In de evangelies zien wij dat de eenvoud van Jezus mensen stoort. Sommige toehoorders voelden zich er onzeker door. Het was alsof hun diepste gedachten plotseling werden onthuld. Jezus’ klare taal en zijn gave om het hart te doorzien, vormden voor hen een bedreiging. Een mens die zich niet laat opsluiten in conflicten, vormt voor sommigen een gevaar. Zo’n mens fascineert, maar de fascinatie kan gemakkelijk omslaan in haat.

Ongetwijfeld heeft frère Roger mensen gefascineerd door zijn onschuld, zijn directe begrip, zijn blik. Ik denk dat hij zich er ook van bewust was dat die fascinatie kon omslaan in wantrouwen of agressie. Voor iemand die onoplosbare conflicten in zich draagt, moest zijn onschuld wel onverdraaglijk worden. Daarom was het niet genoeg om die onschuld te bespotten. Ze moest uitgeschakeld worden. De arts Bernard de Senarclens schreef ons: “Een te sterke lichtbron is niet altijd goed te verdragen. Ik denk dat de uitstraling die er van frère Roger uitging, verblindend kon zijn. In dat geval blijft er geen andere oplossing over dan het uitdoven van die lichtbron door haar te verstikken.”

In dit artikel heb ik een aspect willen belichten van de eenheid die het leven van frère Roger vormde. Zijn dood heeft op mysterieuze wijze een zegel gedrukt op wat hij altijd geweest is. Want hij werd niet om het leven gebracht vanwege een of andere zaak die hij verdedigde. Hij werd vermoord om wie en wat hij was.

Frère François van Taizé

 

Het begin

Alles begon in 1940. Frère Roger was 25 jaar. Hij verliet zijn geboorteland, Zwitserland, en ging in Frankrijk, het land van zijn moeder, wonen. Jarenlang had longtuberculose hem aan huis gekluisterd. Tijdens deze lange ziekte rijpte in hem de roeping om een gemeenschap te beginnen.

Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, was hij er van overtuigd dat hij mensen moest bijstaan die hulp nodig hadden. Zijn grootmoeder had dit ook gedaan tijdens de Eerste Wereldoorlog. Het dorpje Taizé, waar hij zich vestigde, lag dicht bij de demarcatielijn die Frankrijk in tweeën deelde. Het was een goede plaats om vluchtelingen op te vangen. Vrienden in Lyon gaven het adres van Taizé door aan mensen die een schuilplaats zochten.

Dankzij een bescheiden lening kon frère Roger een huis met bijgebouwen kopen in Taizé. Het had al jaren leeggestaan. Hij vroeg een van zijn zussen, Geneviève, hem te komen helpen. Onder de mensen die zij opvingen waren ook joodse vluchtelingen. De materiële omstandigheden waren armoedig: er was geen stromend water, drinkwater moest bij de dorpsput gehaald worden. Het voedsel was karig; er was vooral soep van maïsmeel, dat bij de naburige molen niet veel kostte.

Uit respect voor de mensen die bij hen onderdak vonden, bad frère Roger alleen. Vaak ging hij ver van huis het bos in om daar te zingen. Hij wilde sommige vluchtelingen, joden of agnostici, niet in verlegenheid brengen. Geneviève legde aan iedereen uit dat het beter was dat zij die wilden bidden, dit alleen in hun kamer deden.

De ouders van frère Roger wisten dat hun zoon en dochter gevaar liepen. Zij vroegen een vriend van de familie, een gepensioneerde Franse officier, een oogje in ’t zeil te houden. In de herfst van 1942 waarschuwde hij dat zij ontdekt waren en dat iedereen Taizé meteen moest verlaten. Tot aan het einde van de oorlog woonde frère Roger in Genève. Daar begon het gemeenschapsleven met de eerste broeders. In 1944 konden zij naar Taizé terugkeren.

De eerste broeders

In 1945 begon een jonge man uit de streek een stichting voor kinderen die in de oorlog hun familie verloren hadden. Hij stelde de broeders voor er een aantal in Taizé op te nemen. Maar een mannengemeenschap kon geen kinderen opnemen. Toen vroeg frère Roger zijn zuster Geneviève om terug te komen naar Taizé om voor hen te zorgen en hun moeder te worden. De broeders ontvingen ’s zondags ook Duitse krijgsgevangenen uit een kamp in de buurt.

Langzaamaan sloten een paar jonge mannen zich aan bij de eerste broeders. Op paaszondag 1949 verbonden zeven van hen zich voor het leven aan elkaar in celibaat, gemeenschapsleven en een grote eenvoud.

In de stilte van een lange retraite tijdens de winter van 1952-53 schreef de stichter van de gemeenschap de ‘Regel van Taizé’, waarin hij voor zijn broeders “het wezenlijke dat het gemeenschapsleven mogelijk maakt” verwoordt.

JPEG - 10.1 kB

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Boeken van frère Roger van Taizé

 

(Franse titels en Nederlandse uitgaven)

1941, Communauté de Cluny : Notes explicatives

 

1944, Introduction à la vie communautaire
1954, La Règle de Taizé (De Regel van Taizé)
1959, Vivre l’Aujourd’hui de Dieu (Vandaag van God)

 

1965, Dynamique du provisoire (De spankracht van het voorlopige)
1966, Unanimité dans le pluralisme
1968, Violence des pacifiques
1971, Ta fête soit sans fin (Feest zonder einde)
1973, Lutte et contemplation (Strijd en aanbidding)
1976, Vivre l’inespéré (Het onvermoede tegemoet)
1979, Étonnement d’un amour (Weg van een liefde)
1980, Les Sources de Taizé (De bronnen van Taizé)
1982, Fleurissent tes déserts
1985, Passion d’une attente
1988, Son amour est un feu (Zijn liefde is een vuur)
1995, En tout la paix du cœur (Vrede in je hart)
2001, Dieu ne peut qu’aimer
2005, Pressens-tu un bonheur ? (Voorvoeld geluk)
2005, Prier dans le silence du cœur – cent prières (Bidden in de stilte van je hart – 100 gebeden)

Boeken met Moeder Teresa van Calcutta

1986, Le Chemin de Croix
1987, Marie, Mère des Réconciliations (Maria, moeder van verzoening)
1992 en 1998, La prière, fraîcheur d’une source (Bidden met moeder Teresa en broeder Roger)


Frère Roger publiceerde elk jaar een ‘Brief’, die heel het jaar door stof voor gesprek en meditatie leverde voor jongeren thuis of tijdens de ontmoetingen in Taizé. De stichter van Taizé schreef zo’n brief vaak vanuit een plek op de wereld waar armoede heerst en waar hij een tijdje woonde: Calcutta, Chili, Haïti, Ethiopië, Zuid-Afrika, …

Frère Roger ontving de volgende prijzen

09-04-1974: Templeton Prize, Londen
13-10-1974: Friedenspreis des Börsenverein des deutschen Buchhandels, Frankfurt (Vredesprijs van de Duitse boekhandel)
21-09-1988: Prix UNESCO de l’Éducation pour la Paix, Parijs (UNESCO Prijs voor Vredeseducatie)
04-05-1989: Karlspreis, Aken
20-11-1992: Prix Robert Schuman, Straatsburg
24-04-1997: Award for international humanitarian service, Universiteit van Notre Dame, Indiana, USA (Prijs voor internationaal bewezen diensten aan de mensheid)
22-10-2003: Dignitas Humana Award, Saint John’s School of Theology, Collegeville, Minnesota, USA (Prijs voor de verdediging van de menselijke waardigheid)

—————

Terug